ACHTERGRONDINFO ZONNE-ENERGIE

SOORTEN ZONNECOLLECTOREN

Voor een degelijke en duurzame woningverwarming bent u bij MVH aan het juiste adres.

Het principe van een zonnecollector is eenvoudig: wanneer een metalen voorwerp een tijd in de zon ligt, wordt het warm. Een zonnecollector is over het algemeen een oppervlak met buizen van metaal, waar een vloeistof doorheen stroomt die de opgenomen warmte afvoert. Er zijn veel verschillende typen zonnecollectoren.

Lees hieronder verder voor meer informatie of contacteer ons vrijblijvend, ook voor prijsoffertes. Wij zijn werkzaam in de regio Zaventem, Machelen, Vilvoorde, Brussel, Leuven en Mechelen.

DAKSYSTEMEN

Schuin dak met pannen, leien, golfplaten of zink
Het schuin-daksysteem is opgebouwd uit dakhaken met gepatenteerde klikverbinding, montagerails en het benodigde materiaal om de panelen op de rail te bevestigen. De uiterst veilige en zeer snelle montage (tot 40% sneller) biedt tijd- en kostenbesparing.

Gevel
Voor gevelmontage worden ook montagebeugels gebruikt. De buiscollectoren kunnen evenwijdig aan de muur bevestigd worden. Daarnaast kunnen zonnecollectoren ook op platte daken gemonteerd worden.

DE WERKING VAN EEN ZONNESYSTEEM

Een zonnesysteem bestaat uit drie componenten: de zonnecollectoren, een boiler en de regeling. Een circulatiepomp zorgt voor het rondpompen van de warmtedragende vloeistof. De regeling meet het temperatuurverschil tussen de collector en de onderste laag in de boiler. Als dat groter is dan 6 °C wordt de pomp aangestuurd en zijn snelheid aangepast aan het temperatuurverschil. Wanneer het zonlicht op de collector schijnt, zet de absorber in de collector dat om in warmte. Deze warmte wordt door de vloeistof naar de warmtewisselaar in de boiler getransporteerd en aan het sanitair water afgegeven. De warmtedragende vloeistof keert afgekoeld terug naar de collector voor nieuwe opwarming.

BEVEILIGING TEGEN VORST EN OVERHITTING

Door het toevoegen van antivries aan de warmtetransporterende vloeistof wordt het zonnesysteem beveiligd tegen bevriezing. Oververhitting wordt door middel van de regeling tegengegaan. Wanneer het boilervat volledig op temperatuur is, stopt de pomp. De zonnecollectoren verwarmen dan nog steeds de vloeistof die in de collector zit. Afhankelijk van de zonnestraling zal de collector zo warm worden dat de collectorvloeistof gaat verdampen. Wanneer de temperatuur weer zakt zal die damp weer condenseren en begint het systeem weer te werken.

SYSTEMEN MET GLYCOLVULLING

Om bevriezing van de zonnecollectorvloeistof te voorkomen, wordt een niet-giftig mengsel van water en glycol gebruikt. Deze vloeistof biedt vorstbescherming tot -28 °C en is bestand tegen hoge temperaturen. De circulatiepomp draait alleen als de temperatuur in de zonnecollector minstens enkele graden hoger is dan onderin de boiler.

HET RENDEMENT VAN EEN ZONNESYSTEEM

Het rendement van zonnesystemen hangt af van verschillende factoren zoals het zonnecollectoroppervlak, de grootte van de zonneboiler en het verbruik aan warm water. Hoe meer zonne-energie door de collector wordt omgezet (optisch rendement) en hoe minder warmte er verloren gaat in de buitenlucht (lage verliescoëfficiënten), des te warmer de zonnecollector kan worden en des te hoger het rendement. Het optische rendement is de doeltreffendheid waarmee een zonnecollector zonne-energie omzet in warmte. M.a.w. een optisch rendement van 85% betekent dat 85% van het zonlicht dat op de collector valt ook in warmte wordt omgezet. De verliescoëfficiënten geven aan hoe goed de zonnecollector geïsoleerd is. De waarden van die coëfficiënten moeten zo laag mogelijk zijn omdat de zonnecollector de warmte dan het best vasthoudt. Als de pomp stilstaat, dan zou de collector opwarmen tot een temperatuur waar de omgezette zonne-energie alleen dient om hem op die temperatuur te houden. Die temperatuur heet de “maximale stilstandtemperatuur” uitgedrukt in graden Celsius. Hoe hoger die waarde des te beter zet de collector de zonne-energie om en houdt hij de warmte vast met een zo hoog mogelijk rendement.

EEN ZONNESYSTEEM VERMINDERT DE CO2-UITSTOOT

Met een zonnesysteem gebruikt een huishouden bijna de helft minder aardgas of stookolie voor waterverwarming. Dat is een indrukwekkende verlaging van de CO2-uitstoot, gemiddeld 287 kg per jaar. En omdat zonlicht niet op raakt is een zonnesysteem echt duurzaam.

EEN ZONNESYSTEEM VOOR WONINGVERWARMING

Bij woningverwarming is de warmtebehoefte allesbehalve constant: in de winter is de behoefte het grootst, maar levert de zon het minste zonlicht. Toch kan de zon een bijdrage leveren aan de verwarming van de woning. Dat kan met zonnecollectoren maar dan moet de oppervlakte aan collectoren worden uitgebreid tot maximaal 10 à 15 m². Daarnaast is het aan te raden de woning te verwarmen met een lagetemperatuur verwarmingssysteem zoals vloer- of wandverwarming.

EEN ZONNESYSTEEM VERMINDERT DE CO2-UITSTOOT

Temperatuur boiler – Om er zeker van te zijn dat er zich in de boiler geen legionellabacteriën vormen, moet de watertemperatuur daar voldoende hoog zijn. Bij een temperatuur van 55 à 60 °C komt er geen bacteriegroei voor. Schijnt de zon niet genoeg om deze temperatuur vast te houden, dan wordt het water naverwarmt.

Gewicht – Een volledig zonnesysteem kan flink wat wegen, dus wees er zeker van dat het dak dat ook kan dragen.

Schoonmaak – De vervuiling van een zonnecollector blijft beperkt omdat de regen het vuil er regelmatig afspoelt.

Ochtendgebruik – Indien u ‘s ochtends een groot warmwaterverbuik heeft is het beter om de naverwarmingsketel te onderdrukken, zodat het zonnesysteem het water in de boiler de hele dag kan opwarmen en er ‘s avonds zeker opnieuw warm water is. ’s Avonds is er dan amper naverwarming nodig.

Storm en hagel – Vermeld het zonnesysteem zeker in de brandpolis (dekt normaal ook stormschade), zodat het sowieso verzekerd is tegen glasbreuk door stormweer. Zonnecollectoren worden onderworpen aan dezelfde hagelschadeproef als de voorruiten van personenwagens.

Beïnvloedende factoren op zonnesystemen – Hoeveel benutbare energie een zonnesysteem kan opleveren, hangt af van verschillende factoren. Het is heel belangrijk om het te dekken verbruik correct in te schatten en de grootte van de installatie hierop af te stemmen. Voor een rendabele werking van het zonnesysteem is bovendien een zorgvuldige afstemming van de installatiecomponenten noodzakelijk. Als dit correct gebeurt, kan een zonnesysteem een dekkingsgraad van 50 tot 60% bereiken van de energie die nodig is om warm water aan te maken. Bij verwarmingsondersteuning kan de dekkingsgraad oplopen tot 30%.Verder spelen het type zonnesysteem, evenals de hellingsgraad en de oriëntatie ervan een grote rol. Ook het ontwerp van de woning heeft een grote invloed.

De grootte van het zonnesysteem – De grootte van een installatie hangt af van het verbruik van warm sanitair water. De grootte van het gezin is hier meestal de belangrijkste factor. Bij een dagelijks verbruik van 100 liter warm water bij 45 °C moet er ongeveer 1,5 m² zonnecollectoroppervlakte zijn. Voor de hoogst mogelijke opbrengst moet in de zomerperiode het totale warmwaterverbruik van minstens één dag door het zonnesysteem worden geleverd. De boiler moet zonloze dagen ook kunnen overbruggen. Daarom is het raadzaam een zonneboiler te kiezen die 2 dagen warmwaterverbruik kan overbruggen.

Oriëntatie en hellingshoek van zonnepanelen – Door het grote aandeel indirect licht (diffuse zonnestraling) in België hebben de oriëntatie en de hellingshoek van zonnepanelen toch een minder grote invloed dan men zou denken. Er is een tamelijk brede zone waarin de opbrengst rond het maximum ligt, namelijk bij een oriëntatie tussen zuidoost en zuidwest met hellingshoeken tussen 15° en 60°. Een afwijking van ongeveer 20° in om het even welke richting levert slechts een verlies van maximaal 8 W/m², d.i. ongeveer 7% minder dan het maximum. In het Belgisch klimaat is de bijdrage van de directe en diffuse zonnestraling ongeveer even belangrijk, dus de ideale oriëntatie is een compromis: het zonnepaneel is dan naar het zuiden gericht en ongeveer 38° geheld. De schaduw van andere gebouwen, bomen, lantaarnpalen, dakvensters, schoorstenen enzovoort op het zonnesysteem vermindert de opbrengst aanzienlijk. Bomen verdienen daarbij extra aandacht, omdat zij steeds hoger groeien en dan meer schaduw werpen.